Dit blog verscheen eerder op de website van Amnesty International

Doutje Lettinga woonde het informele internationale Volkstribunaal 1965 in Den Haag bij, bedoeld om slachtoffers en nabestaanden van de massamoorden in Indonesië, nu vijftig jaar geleden, een stem te geven en het proces naar gerechtigheid te bevorderen.

Foto boven: Een vermeende communist wordt gearresteerd door Indonesische soldaten halverwege de jaren zestig. (Foto: Wikipedia Commons)

“Honorable judges, your wisdom can bring some light, if not the sun, on the culture of our nation that has been destroyed for more than 50 years”

Via mijn koptelefoon hoor ik de simultane vertaling uit het Bahasa van één van de getuigen voor het International People’s Tribunal dat deze week in Den Haag plaatsvindt. Dit volkstribunaal is opgericht door een groep Indonesische en internationale activisten om slachtoffers van de massamoorden rond 1965 een stem te geven en het proces naar waarheidsvinding en gerechtigheid te bevorderen.
    

Instrument voor erkenning

 

De uiteindelijke uitspraak van de rechters is niet juridisch bindend en er kan niemand berecht worden zoals in een VN-tribunaal. Toch is het tribunaal voor slachtoffers en nabestaanden een belangrijk instrument om erkenning te krijgen voor de moord en vervolging van honderdduizenden vermeende communisten na een mislukte coup in 1965 en de daaropvolgende mensenrechtenschendingen.

Want vijftig jaar na dato heerst er nog altijd een groot taboe op dit onderwerp in Indonesië. Elke poging om de officiële geschiedschrijving te herzien, straffeloosheid tegen te gaan of rehabilitatie te krijgen wordt van bovenaf tegengewerkt.
    

Indonesië in beklaagdenbank

 

In alles lijkt het volkstribunaal op een normale rechtszaak, behalve dat het proces in de Nieuwe Kerk plaatsvindt. Voorin zitten de zeven rechters, onder wie een voormalig aanklager van Joegoslavië tribunaal, een mensenrechtenactivist uit Iran en een rechter van het Zuid-Afrikaanse Constitutioneel Hof. Voor hen zitten de griffiers, die voorafgaand aan elke sessie tevergeefs vragen of er een vertegenwoordiger van de Indonesische overheid aanwezig is om te reageren. Aan de zijkant bevindt zich de groep – vrijwel uitsluitend Indonesische- aanklagers die de Indonesische staat beschuldigen van misdaden tegen de menselijkheid, onder meer vanwege moord, slavernij, seksueel geweld, marteling en gedwongen verdwijningen.

Eén voor één roepen zij de getuigen naar voren, wier verklaring life wordt uitgezonden in elf steden in Indonesië en elders. Vandaag komen de slachtoffers van marteling en seksueel geweld aan het woord.
    

IJzingwekkende getuigenissen

 

Elke getuige tast in duister waarom hij of zij werd opgepakt en zonder enige vorm van proces werd vastgezet. ‘Ik was zeventien jaar en was niet met politiek bezig. De vereniging waar ik actief was had niets met het communisme te maken’, vertelt één van hen. Een jaar lang zat hij samen met veertig andere gevangenen vast in een cel van een paar vierkante meter. Er was nauwelijks eten, geen toegang tot gezondheidszorg, en regelmatig werd hij gefolterd om hem tot een bekentenis te dwingen. De twee jaar daarna werd hij gedwongen tewerkgesteld als lijkenruimer.

Als één van de overlevenden vanachter een zwart gordijn vertelt hoe zij werd verkracht en seksueel gemarteld wordt het doodstil in de zaal. ‘Ze bleven maar roepen dat ik deel uitmaakte van de vrouwelijke guerrillatroepen. Ik wist niet waarover ze het hadden en was bovendien veel te arm om me daarmee bezig te houden. Ik kon kiezen, bekennen of me uitkleden… Maar dat is toch geen keuze?’
    

Getuigen bedreigd

 

Het is niet geheel zonder risico om te getuigen. Tijdens de pauze vertelt één van de getuigen me dat vreedzame bijeenkomsten over de gebeurtenissen van 1965 regelmatig worden verstoord zonder dat de politie ingrijpt. Ook medewerkers van het tribunaal worden zwartgemaakt en Joshua Oppenheimer, de regisseur van twee documentaires over deze periode wordt nog steeds bedreigd.

Ondanks de kans op problemen, wil de Indonesiër getuigen. Hij hoopt dat de internationale aandacht die het tribunaal genereert de druk op Indonesië opvoert om de waarheid te onderzoeken en het leed van miljoenen slachtoffers te erkennen: ‘Het is mijn plicht te strijden voor mensenrechten, niet alleen voor mezelf maar ook voor de miljoenen Indonesische burgers die zijn vermoord’.

Amnesty International deed jarenlang onderzoek naar de mensenrechtenschendingen in Indonesië. In september 2015 zijn alle originele Amnesty documenten van de periode 1967-1990 online beschikbaar gesteld op: www.indonesia1965.org. Meer recente documenten staan op www.amnesty.org.