Niet Mark Rutte maar Ahmed Aboutaleb mag vandaag de rode loper van het Witte Huis betreden. De burgemeester van Rotterdam is in Washington voor een vierdaagse conferentie over radicalisering en gewelddadig extremisme. Regeren burgemeesters de wereld? En zo ja, wat betekent dat voor het werk van mensenrechtenorganisaties?

Een Mondiaal Parlement van Burgemeesters

Als het aan Benjamin Barber ligt, auteur van ‘If Mayors Ruled the World’, krijgen burgemeesters veel meer invloed in de aanpak van mondiale uitdagingen als radicalisering, klimaatverandering, of (mensenrechten)conflicten. Barber betoogt dat steden effectiever en slagvaardiger zijn dan natiestaten in het oplossen van grensoverschrijdende problemen. Hij pleit daarom voor een Mondiaal Parlement van Burgemeesters. Aboutaleb oefent alvast in Washington.

Het is ontegenzeggelijk waar dat veel mondiale fenomenen zich op stadsniveau manifesteren. Denk aan internationale jihadistische netwerken als Al –Qa’ida en de IS, die geradicaliseerde moslims in Europese steden rekruteren en aanmoedigen aanslagen te plegen in Parijs of Kopenhagen. Of aan het Israël-Palestina conflict dat islamofobie en antisemitisme in Europa beïnvloedt doordat burgers zichzelf en elkaar met één van de strijdende partijen identificeren. Of aan conflicten in de regio die vluchtelingen bij de stadspoorten van Amsterdam doen aankloppen voor bad, water en brood.

Andersom geldt dat lokale dynamieken ook hun weerslag kunnen hebben op internationale conflicten. Zo wordt gezegd dat gevoelens van discriminatie, marginalisering en onrechtvaardige behandeling onder Europese moslims een voedingsbodem zijn voor potentiele Syrië-gangers uit de Haagse Schilderswijk. En zodoende worden burgemeesters als Van Aartsen en Aboutaleb betrokken in de strijd tegen internationaal terrorisme. Of zij daarin slagvaardiger zijn dan nationale politici, zoals Barber stelt, valt nog te bezien.

Diplomacity

Economisch en politiek gezien zijn steden zwaargewichten aan het worden die hoe langer hoe meer hun macht doen gelden op het wereldtoneel. Niet alleen formeel bestaan er stedelijke netwerken als ICLEI en C-40 en internationale top-overleggen als thans in Washington. Ook informeel vinden er tal van ontmoetingen plaats tussen burgemeesters, VN ambtenaren, ministers, en CEOs op het terrein van handel, veiligheid of klimaatverandering. De politicoloog Parag Khanna noemt dit ‘diplomacity’, de internationale betrekkingen die (mega)steden aangaan om hun invloed op politiek en economie uit te oefenen.

Lobbykansen voor mensenrechten

Ondertussen bevinden internationale mensenrechtenorganisaties zich nog steeds primair in de wandelgangen van de Verenigde Naties in Genève en New York. Terwijl zij hun lobby richten op nationale beleidsmakers in Den Haag of in multilaterale instellingen als de VN vinden veel belangrijke discussies elders plaats, waarin niet-statelijke actoren als multinationals, lokale bestuurders of religieuze bewegingen een steeds grote stem krijgen. Mensenrechtenorganisaties doen er dan ook goed aan hun pijlen te richten op deze nieuwe machthebbers en aanwezig te zijn in fora als het World Economic Forum en de G+ summits. Wereldleider Aboutaleb krijgt het nog druk.

Voor meer essays van Barber, Khanna, en anderen, download hier de gratis bundel van Strategische Verkenningen: ‘The Future of Human Rights in an Urban World. Exploring opportunities, Threats and Challenges’.